De knie is een scharniergewricht en bestaat uit drie botdelen:

  • het scheenbeen.

  • het dijbeen.

  • de knieschijf.

Midden in het kniegewricht liggen de voorste- en achterste kruisband. Deze voorkomen dat het onderbeen tijdens het lopen en het maken van draaibewegingen te ver naar voren of naar achteren schuift.

Tussen de botuiteinden, aan de binnen- en buitenkant van de knie zit de meniscus, een soort stootkussen. De binnen- en de buitenmeniscus vangen schokken op, zorgen ervoor dat het kniegewricht soepel beweegt en geven de knie stabiliteit.